De economie trekt weer aan en dat betekent ook dat er weer meer bewegingen op de arbeidsmarkt zullen plaatsvinden. Omdat er meer vacatures zijn gaan werknemers op zoek naar een andere baan, maar wat als dit bij een concurrent is?

 

Het concurrentiebeding

 

Dit is een afspraak die de werknemer heeft gemaakt met zijn vorige werkgever. Het doel is om de werknemer te beperken in zijn vrijheid om over te stappen naar een andere werkgever en die dan te laten profiteren van de opgebouwde kennis en ervaring. Ook heeft het ten doel om de bedrijfsgeheimen en de processen niet uit te laten lekken naar een concurrent van de huidige werkgever.

Een dergelijk beding kent meestal een functioneel ( wat mag je niet doen bij een concurrent) en een geografisch (waar mag je niet werken) bereik. In de rechtspraak is het inmiddels aanvaard dat een beding niet langer mag duren dan een jaar na het einde van het dienstverband. Een relatiebeding is een bijzondere vorm van een concurrentiebeding. Bij een relatiebeding geeft de werkgever aan dat de werknemer binnen een bepaalde periode na het einde van het dienstverband geen klanten mag benaderen van de werkgever.

 

 Voorwaarden voor een geldig concurrentiebeding

 

– de werknemer moet 18 jaar of ouder zijn
– het beding moet schriftelijk zijn overeengekomen
– bij een arbeidsovereenkomst is een dergelijk beding in beginsel niet
   toegestaan (tenzij zeer zwaarwegende belangen werkgever)

 

 

Bevoegdheden werkgever en werknemer

 

Een werkgever kan nakoming van het concurrentiebeding vorderen op straffe van het verschuldigd worden van een dwangsom. De hoogte van deze dwangsom is meestal omschreven in het concurrentiebeding zelf. Dit kan zelfs worden gevorderd als de arbeidsovereenkomst is geëindigd tijdens de proeftijd. Maar meestal zal een rechter dit onredelijk vinden omdat dit de werknemer te zeer beperkt op de arbeidsmarkt.
Als een werknemer wordt geconfronteerd met een concurrentiebeding, dan heeft hij of zij toch wel een probleem. Het kan er toe leiden dat hij of zij moet blijven werken voor de oude werkgever. Het behoeft geen toelichting dat dit een onwenselijke situatie is. Maar wat kan deze werknemer nu doen?
  • overleg met de werkgever en misschien betaling van een afkoopsom aan deze werkgever.
  • de gok nemen en gewoon gaan werken voor de nieuwe werkgever. Het gevaar is wel dat als de oude werkgever met succes een beroep doet op het beding, de werknemer moet stoppen met zijn nieuwe baan. Daarnaast is er nog een dwangsom verschuldigd. Niet aan te raden dus.
  • vernietiging van het beding vragen en in verband met de spoedeisendheid eerst bij voorlopige voorziening (kort geding) voorlopige schorsing van het beding vragen.
Als een werknemer zich netjes aan het beding houdt en eerst een jaar iets anders gaat doen voordat hij of zij kan werken bij de nieuwe werkgever, kan recht op een vergoeding hebben.

 

 

Conclusie

 

Een concurrentiebeding en daarmee ook een relatiebeding, is in beginsel gewoon rechtsgeldig. Het is niet eenvoudig om als werknemer onder een dergelijk beding uit te komen. Wees je als werknemer bewust van de eventuele gevolgen van het ondertekenen van een concurrentiebeding.